Lesprogramma Het
lesprogramma Zweeds is bestemd voor beginners. Dus voor mensen die nog
niet eerder les hebben gehad in de Zweedse taal. Enige voorkennis is geen
bezwaar, maar niet vereist. Hoewel we al vanaf het begin (een beetje)
Zweeds met elkaar te spreken, is de voertaal van de taallessen in principe
Nederlands.
Uiteraard
leert u niet in twintig weken vloeiend Zweeds spreken. Wel heeft u na
het volgen van onze intensieve cursus onder meer een redelijk actieve
woordenschat, bent u in staat zich op eenvoudige wijze mondeling en schriftelijk
uit te drukken, kunt u globaal de inhoud van een Zweedse krant begrijpen
en al een aardig woordje Zweeds verstaan in alledaagse situaties. We besteden
veel aandacht aan de uitspraak, onder meer door het gebruik van teksten,
gesproken door 'native speakers'.
Praktijkgericht
Onze beginnerscursus,
waarbij op hoofdlijnen de spraakkunst van het Zweeds aan bod komt, is
dus vooral gericht op de praktijk. Voor gevorderden adviseren we
een zomercursus aan de Universiteit van
Uppsala of aan een van de Zweedse volkshogescholen. De voertaal in
Uppsala en aan de meeste volkshogescholen is Engels.
Cursusinhoud
* Eenvoudige manieren om zich voor te stellen, boodschappen doen,
iets bestellen in een restaurant of winkel, een hotelkamer reserveren,
inlichtingen vragen, telefoneren en afspraken maken * Spreken en verstaan van eenvoudig, natuurlijk gesproken Zweeds
* Schrijven van korte berichten en e-mails, kunnen lezen en invullen
van formulieren met persoonlijke gegevens en vertellen en schrijven over
eigen ervaringen * Het alfabet, de telwoorden, klok kijken in het Zweeds, de dagen
van de week, maanden, seizoenen en enige feitelijke kennis over de Zweedse
cultuur (gewoonten en gebruiken) * Grammatica: de hoofdzin, de bijzin en de woordvolgorde; vervoeging
van de werkwoorden in de verschillende tijden, verbuiging van de zelfst.
naamwoorden, bepaalde en onbepaalde lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden,
bijwoorden, voorzetsels en de verschillende voornaamwoorden * Het trainen van de uitspraak, in het bijzonder het muzikaal accent,
het zinsritme en de combinatie van specifieke klinkers en medeklinkers.
Woordenschat
Zweeds is een taal die door iets meer dan 10 miljoen mensen wordt
gesproken. De meeste sprekers van het Zweeds wonen uiteraard in Zweden.
In Finland spreekt een minderheid Zweeds.
Als zelfstandige taal bestaat het Zweeds zo`n 1000 jaar. Voor die
tijd werd er in heel Scandinavië overal dezelfde taal gesproken. Het
Zweeds behoort, evenals bijvoorbeeld het Noors, Deens, Duits, Fries,
Engels en Nederlands, tot de Germaanse taalgroep. Dat betekent dat
de geschiedenis van die talen eenzelfde oorsprong hebben, dat ze van
dezelfde familie zijn. Maar al zijn ze familie, het betekent nog niet
dat Zweden en Nederlanders elkaar moeiteloos kunnen verstaan. Een
belangrijke oorzaak hiervan is de uitspraak. Als Nederlanders een
Zweedse krant onder ogen krijgen, herkennen zij moeiteloos vele woorden,
vooral als ze weten in welke context ze staan.
Voorbeelden
In een woord als sjuksköterksa herkennen we vrijwel onmiddellijk het
woord ziek en de associatie met ziekenverzorger of verpleegster is
snel gemaakt. Maar als we het woordbeeld niet voor ogen hebben, klinkt
de Zweedse uitspraak van dat woord ons als Chinees in de oren. Hetzelfde
geldt voor woorden als: stjärnan (de ster), förkyld (verkouden) of
tvättmaskin (wasmachine).
Er zijn gelukkig veel Zweedse woorden die er (bijna) net zo uitzien
als hun broertje of zusje in het Nederlands en waarvan ook de uitspraak
niet zo veel verschilt. Voorbeelden zijn: hus, buss, hund, student,
film of kaffe. Bovendien bestaat, net als in het Nederlands, de Zweedse
woordenschat voor een belangrijk deel uit leenwoorden, vooral afkomstig
uit het Frans en Engels. Ook met de betekenis van die woorden hebben
Nederlanders veelal geen moeite, bijvoorbeeld: restaurang, toalett,
promenera, paraply, jobb of cykel.
Uitspraak: klank en accent
Een belangrijk onderdeel van het leren van de Zweedse taal is dus
het je eigen maken van de uitspraak. En dat lukt alleen door veel
te luisteren en zelf `hardop` te oefenen. En dat is precies wat we
in deze cursus doen.
De moeilijkheid
zit `m er niet in dat het Zweedse alfabet drie letters meer heeft
dan het Nederlandse ( namelijk de å, de ä en de ö), maar
dat er klanken voorkomen die in het Nederlands helemaal niet bestaan.
Bijvoorbeeld in woorden als sjuk (ziek), kyrka (kerk), sjön (het meer),
känna (kennen, voelen), kors (kruis) of barn (kind), komen combinaties
voor van klinkers en medeklinkers die onze mond - vooral tong, tanden
en gehemelte - niet gewend zijn te vormen.
Muzikaal accent
Een tweede oorzaak van die lastige Zweedse uitspraak zit `m in het
feit dat de Zweden hun lettergrepen uitspreken op verschillende toonhoogte.
Het Zweeds is, in tegenstelling tot het Nederlands, meer een toontaal.
De combinatie van verschillen in toonhoogte en klemtoon zorgt voor
verschillen in betekenis tussen de lettergrepen en bovendien voor
de muzikale mengelmoes die zo kenmerkend is voor het zangerige Zweeds.
Om dat muzikale accent onder de knie te krijgen, is regelmatige oefening
noodzakelijk.
Spraakkunst
Elke taal heeft een grammatica, een spraakunst: het stelsel van regels
dat bepaalt hoe je de zelfstandige naamwoorden verbuigt, de werkwoorden
in de diverse tijden vervoegt, hoe de structuur van de zinnen en zinsdelen
in elkaar steekt, hoe de woordvolgorde is in de vragende, bevestigende
en ontkennende vorm, en ga zo maar door.
Gelukkig voor degenen die Zweeds willen leren is de Zweedse spraakkunst
niet ingewikkeld en zeker niet omvangrijk. De meeste grammaticaboekjes
hebben, zowel in het Nederlands als in het Zweeds, een beperkte omvang.
In onze cursus is de aandacht voor grammaticale onderwerpen tot een
minimum beperkt. Uiteraard zul je wel moeten leren hoe je in het Zweeds
een werkwoord vervoegt en hoe een zelfstandig naamwoord wordt verbogen.
Maar ook hier geldt weer: uitsluitend gericht op het gebruik in praktische
situaties.